Boek Rygaard

Hechtingsstoornissen.
Praktijkgericht therapiehandboek voor ernstige hechtingsstoornissen bij kinderen.
Niels Peter Rygaard
ISBN 978 90 6665 835 6 (2007)

 

Samenvattend: interessant boek voor hulpverleners die al iets van gehechtheid weten en zich willen verdiepen. Ook voor opvoeders, maar alleen dan als ze al veel weten over de gehechtheidproblematiek en zich niet af laten schrikken door de zwaarte van de problematiek. Het boek gaat over de ernstigste vorm van gehechtheidproblematiek.

Zoals de achterkant van het boek al vermeldt: ‘Naast theoretische kennis biedt de auteur vooral een grote hoeveelheid aanwijzingen voor de therapeutische praktijk. Elke stap gaat vergezeld van casusbesprekingen en checklists voor de behandelingspraktijk.’ (…) ‘Het multidisciplinaire therapiehandboek is daarom onmisbaar voor professionals die werken met kinderen met een hechtingsstoornis: psychologen, psychiaters, kinderartsen, pedagogen, sociaal werkers, therapeuten, pleegouders en leerkrachten.’

(Adoptief-) ouders worden hierbij niet genoemd. Mijns inziens kan het boek voor sommige (adoptie-)ouders handige tips geven, maar dan alleen voor de ouders waar bij het kind een ernstige vorm van een hechtingsstoornis is gediagnosticeerd. Pleegouders worden – vreemd genoeg – wel genoemd, mogelijk dat de schrijver hier doelt op de therapeutische pleegouders die meer met de ernstige vormen van hechtingsstoornissen te maken krijgen.

Ik zou me kunnen voorstellen dat sommige ouders schrikken van al de heftige gedragsproblemen die in het boek genoemd worden. Aan de andere kant staan er in dit boek ontzettend veel goede tips, over hoe te handelen als het gedrag van je kind je steeds op het verkeerde been blijft zetten.
Ook voor leerkrachten staan er tips in, maar steeds moet weloverwogen met de tips worden omgegaan. Natuurlijk moet alles specifiek ‘op maat gemaakt’ worden voor elk kind.

Ook mooi in het boek is de uitgebreide uitleg van hoe de hersenontwikkeling verloopt. Hierdoor krijgt de lezer inzicht in de link die te leggen is tussen de (scheefgegroeide) ontwikkeling en de gehechtheid. Daarmee is veel van het tegenstrijdige gedrag van het kind beter begrijpbaar voor ouders. Het boek is hierdoor echter niet zo makkelijk leesbaar als een boek als ‘Wereldkind’ (R. Wolfs), alom bekend bij adoptieouders. Het boek van Rygaard is veel theoretischer onderlegd en daardoor soms moeilijker te volgen. Vooral voor de ouders die zich al verder hebben verdiept in gehechtheidproblematiek, of voor hulpverleners die dagelijks werken met kinderen met gehechtheidproblemen, kan het boek zeer interessant en een verdieping zijn.

Hieronder vindt u stukjes (samengevat) uit het boek.
Als de lichamelijke of emotionele behoeften van het kind genegeerd of ontkend worden, besteedt het kind zijn energie niet langer aan ontwikkeling en spel maar aan verdediging, overleving of simpelweg behoefte-bevrediging. Om zich te kunnen ontwikkelen moeten de behoeften van het kind bevredigd zijn, het moet in een staat van innerlijk evenwicht verkeren. Een beetje frustratie (zoals leren om alleen te slapen) is waarschijnlijk nodig om de onafhankelijkheid te vergroten. Maar kinderen met een hechtingsstoornis hebben vaak het hoofd moeten bieden aan onaanvaardbare frustratie, terwijl hun behoeften nauwelijks bevredigd waren.

Stelt u zich eens voor dat u geen remmingen kende. Ieder gevoel, iedere impuls en elke neiging zou zichzelf dan eindeloos versterken tot de totale chaos bereikt is. Misschien komt het opeens bij u op dat New York een leuke stad is, en het volgende moment hebt u al een bus gepakt die die kant op gaat (als uw aandacht onderweg naar het busstation tenminste niet wordt afgeleid). Of u ergert zich aan een onschuldige opmerking van iemand en krijgt een spontane woedeuitbarsting. Of de leerkracht heeft een monotone stem en binnen twee minuten valt u in slaap.
Een kind met een hechtingsstoornis is gehandicapt op een manier die het moeilijk of zelfs onmogelijk maakt om zich te beheersen of het gedrag te modificeren als een sensatie of een impuls zich aandient. Het kan emotionele energie niet lang vasthouden of stabiliseren. Het gevolg van dit gebrek is dat een gevoel van tijd, ruimte, verhoudingen en doelgerichtheid alleen op een heel laag niveau aanwezig zijn en zeker niet op het niveau dat de verzorgers verwachten.
Het kind leert elke rol, elk gedragspatroon en elke emotie te imiteren zonder hem innerlijk beleefd te hebben. Het wordt geobsedeerd door het onder controle houden van de vijandige wereld.

Behandeling blijft zonder resultaat, omdat je wel kunt proberen een vijfjarige sociaal gedrag aan te leren door methoden te gebruiken die bij een vijfjarige passen, zoals een beroep op het geweten doen of door er op in te praten, maar het kind is, emotioneel gezien, niet ouder dan een jaar en reageert er daarom negatief of helemaal niet op. Hij zal het gewoon niet begrijpen of niet in staat zijn op uw woorden te reageren.

De fundamenten van de sociale vaardigheden zijn te fragiel om het kind kwaliteiten te laten ontwikkelen zoals inlevingsvermogen, geduld, vriendschap en het onderdrukken van frustratie. Een gevoel van veiligheid waardoor ze nieuwsgierig durven te zijn en iets willen leren, ontbreekt.
(Noot van Yvonne: dit is waarom vaak een Sociale Vaardigheidstraining onvoldoende effect heeft)
Veel kinderen met een hechtingsstoornis blijven levenslang vechten met problemen die normale kinderen al op hun derde hebben opgelost en achter zich hebben gelaten.